Pensioen overeenkomst


Een afspraak tussen werkgever en werknemer over een uitkering bij ouderdom, bij arbeidsongeschiktheid of bij overlijden, is een afspraak over pensioen in de zin van de Pensioenwet. Een dergelijke afspraak noemt de wet een ‘pensioenovereenkomst. Andere, met name in het verleden gebruikte, namen zijn ‘pensioentoezegging’ en ‘pensioenbrief’.

Een pensioenovereenkomst is in beginsel vormvrij en kan mondeling of schriftelijk tot stand komen. Een eenvoudige verwijzing in de arbeidsovereenkomst naar de toepasselijkheid van een pensioenreglement kan voldoende zijn om een pensioenovereenkomst tot stand te brengen.

Er bestaat geen pverplichting voor de werkgever om pensioen toe te zeggen, tenzij op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds deelname in een Bedrijfstakpensioenfonds verplicht is gesteld. In een niet-verplichtgestelde pensioenregeling zijn werkgevers en werknemers vrij te bepalen hoe de inhoud van de pensioenovereenkomst eruit zal zien.

Wel zijn partijen bij het maken van afspraken over pensioen gebonden aan de regels in het Burgerlijk Wetboek omtrent overeenkomsten en uiteraard aan de voorschriften van de Pensioenwet. Die hebben onder andere betrekking op:
– de duur en de hoogte van de aanspraken (premie of uitkering);
– gelijke behandeling;
– evenredige opbouw in de tijd;
– bescherming van opgebouwde aanspraken bij ontslag of wijziging de regeling om een andere reden.

NB er bestaat weliswaar voor de werkgever geen verplichting om een aanvullend pensioen toe te zeggen, maar als het pensioen eenmaal is overeengekomen, moet de werkgever zich wel aan de afspraken houden.

Ja, ik wil graag informatie!