Pensioenrechtadvocaten kunnen worden ingeschakeld voor de beantwoording van verschillende complexe vragen op het gebied van pensioen. Wat zijn de rechten en plichten van werkgever en werknemer? En wat te doen in geval van een meningsverschil? Welke rol speelt de ondernemingsraad en (net zo belangrijk) welke in ieder geval niet?
Onze pensioenrechtadvocaten weten niet alleen veel van de pensioenmaterie, maar kunnen ook een link leggen naar het Burgerlijk Wetboek. Hierin staan de meeste regels met betrekking tot de verhouding werkgever-werknemer, maar is ook het algemeen verbintenissenrecht geregeld. Toetsing aan algemene regels maakt het vaak mogelijk de consequenties van de specifieke regels die gelden voor pensioen helder in beeld te krijgen. Het resultaat is meer duidelijkheid tussen partijen onderling. Bovendien wordt door verwijzing naar algemene rechtsregels de onderbouwing van argumenten in een procedure vaak eenvoudiger te begrijpen.
De Pensioenwet geldt sinds 1 januari 2007 ter vervanging van de Pensioen- en Spaarfondsenwet. De Pensioenwet heeft betrekking op alle pensioenregelingen tussen werknemers en werkgevers en legt de nadruk op de verplichtingen van de werkgever en de pensioenuitvoerders.
In de Pensioenwet is een verplichting vastgelegd die voorheen ook wel bestond, maar waaraan pensioenuitvoerders zich voordien niet of nauwelijks aan stoorden: informatie verschaffen.
De pensioenuitvoerders hebben sinds 2007 formeel de verplichting te melden wat ze doen met het aan hen toevertrouwde pensioengeld en moeten beter aangeven waar werknemers op lange (en korte, in geval van overlijden) termijn recht op hebben. Omdat er vaak nog een derde partij meedoet die in de Pensioenwet helemaal niet wordt genoemd, de adviseur/tussenpersoon, is het systeem nog niet waterdicht. In geval van schade schuiven de verzekeraar en de tussenpersoon de aansprakelijkheid naar de ander, tot het moment dat de belanghebbende (bijna altijd de werknemer) het maar opgeeft.
Vaak loont het de moeite om toch nog een keer naar de zaak te laten kijken door iemand die geen belang heeft bij de uitkomst van de zaak of bij het voortbestaan van de verzekerde pensioenregeling. Leg uw geval eens voor aan mr. G. M. (Matthijs) Groenhuijzen. U kunt hem bereiken op 073 5231400 (kantoor) of op 06 46199753.